Kansengever

De  10 functionele gehelen

FG 1: de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen

1.8 De leraar kan observatie en evaluatie voorbereiden en uitvoeren met het oog op bijsturing en remediëring als onderdeel van het leerproces van een lerende(n) en kan die observatie- en evaluatiegegevens gebruiken om zijn eigen didactische handelen in vraag te stellen en bij te sturen waar nodig.

Kansen geven binnen dit functioneel geheel doe je door:

Er rekening mee houden dat de leerlingen, sowieso een aantal keren een bepaalde handeling foutief zullen uitvoeren. Daarop inspelen door oefenstukken te voorzien om toe te laten dat de leerlingen uiteindelijk een geslaagde oefening kunnen afleveren ter evaluatie.

FG2: de leraar als opvoeder

2.1 De leraar kan een positief klimaat creëren voor de lerende(n) in de groep en in de onderwijsinstelling.

Kansen geven binnen dit functioneel geheel doe je door:

Een leerling is een persoon in volle ontwikkeling, zowel motorisch als geestelijke groei is hier nog volop aan de gang. Door leerlingen de ruimte te geven werk je aan een veilig klasklimaat waarin je kansen krijgt om niet alleen fouten te maken...maar er ook uit te leren! Te leren dat het ok is om fouten te maken en nieuwe kansen te grijpen. Dat is werken aan zelfsturing, zelfzekerheid, ontdekken en leren.

Attitudes

De volgende attitudes gelden voor kansen geven

A2 relationele gerichtheid:
in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen

A8 flexibiliteit:
bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, zoals middelen, doelen, mensen en procedures