Vetsmering bij lagers


Waarom vetten?


De belangrijkste eigenschappen van vetgebaseerde smeermiddelen zijn het temperatuurbereik, het penetratieniveau, de stijfheid en de viscositeit van de basisolie. Vetten bestaan uit een oliebasis waaraan een verdikkingsmiddel is toegevoegd. De meeste verdikkingsmiddelen zijn organische en anorganische verbindingen en metaalzepen zoals natrium, aluminium, calcium of lithium. Er kunnen additieven met oxidatie-, corrosie- en slijtagewerende eigenschappen worden toegevoegd om de prestaties van het smeermiddel te verbeteren.

In de meeste gevallen is vet een goede keuze voor het smeren van lagers. Vet is voordeliger in het gebruik dan olie, blijft goed in het lager zitten en is eenvoudig aan te brengen. Het is echter niet geschikt voor toepassingen waarbij warmte via circulerende olie moet worden afgevoerd en ook niet voor versnellingsbakken, die het gebruik van smeerolie vereisen.

Ook in gevallen waarin de vereiste interval voor nasmeren met vet te kort is en dit te tijdrovend en te duur wordt, of als het verwijderen of aftappen van het vet te duur en omslachtig wordt, kan beter voor een smeerolie worden gekozen.


Smeerniveau


Nadat het smeermiddel is gekozen, vormt het aanbrengen van de juiste hoeveelheid op het lager een belangrijk aspect. Als er te veel smeermiddel wordt gebruikt, kan het lager beschadigd raken doordat er te veel warmte wordt gegenereerd. De snelheid van de toepassing, de belastingen en het geluidsniveau kunnen allemaal worden beïnvloed door de gebruikte hoeveelheid smeermiddel.

Afhankelijk van de toepassing, het lagertype en het smeermiddel kunnen fabrikanten verschillende smeerniveaus aanbevelen, die worden aangeduid met percentages. Het smeermiddel komt in de vrije ruimte in een lager en in de behuizing. Deze ruimte is belangrijk omdat deze de afvoer van warmte uit de contactgebieden van het lager mogelijk maakt. Het aanbrengen van te veel vet kan dus leiden tot oververhitting en vroegtijdig falen van het lager.

Om die reden is de algemene aanbeveling om 20-40% van de vrije binnenruimte van een lager te vullen. Een lager percentage wordt normaal gesproken gespecificeerd voor toepassingen met een hoge snelheid en laag koppel, en een hoger percentage voor toepassingen met een lage snelheid en grote belasting. Wat de behuizing betreft, kan zelfs 70-100% van de vrije ruimte worden gevuld als de toepassing een lage snelheid heeft en het risico op vervuiling groot is.



Nasmering


Houd er rekening mee dat het initiële vulniveau ook wordt beïnvloed door de gekozen nasmeermethode. De gebruikelijke nasmeermethodes zijn handmatig, automatisch of continu nasmeren.


Handmatig nasmeren

Handmatig nasmeren is praktisch en maakt een ononderbroken werking mogelijk.


Automatisch nasmeren

Automatisch nasmeren voorkomt dat er te veel of te weinig vet wordt aangebracht en wordt veel gebruikt in inrichtingen waarbij meerdere punten gesmeerd moeten worden, of waarbij toegang tot punten lastig is. Het is ook de voorkeursmethode als apparatuur op afstand wordt bediend en er geen onderhoudspersoneel is.


Doorlopende smering

Continu smeren wordt gebruikt voor toepassingen waarbij de intervallen voor nasmeren te kort zijn vanwege de negatieve effecten van vervuiling. In dit geval zal de eerste vulling van de behuizing 70-100% bedragen, afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden.