Praktische opdracht 1


Doel: demonteren van een lager


Tijdens deze praktische opdracht zullen we de volgende leerplandoelen behalen:

Leerplandoelen

Volgende leerplandoelen zullen we behandelen binnen deze praktische opdracht.

1.1 relevante technische informatie opzoeken omtrent de opdracht, de gepaste technologie en de kenmerken van de gebruikte materialen

 

LD 1. de lln kunnen verschillende montagemogelijkheden onderscheiden en verklaren.

LD 2. de lln kunnen de montagetechnieken toelichten.

1.2 de relevante montage- demontagetechnieken situeren in functie van de opdracht.

 

LD 3. de lln kunnen  koude en warme montage toelichten

LD 4. de lln kunnen een slagbusset gebruiken

1.7 de technische tekeningen van een technisch systeem en de montagetekeningen lezen in functie van de opdracht.

LD 5. de LLn kunnen een technische tekening lezen en verbanden uitleggen

LD 6. de lln kunnen  de verschillende onderdelen van een technische tekening herkennen en hun verband verklaren.

1.10 de tolerantiewaarden opzoeken in een tabel

LD 7. de lln kunnen het begrip tolerantie verklaren in eigen woorden.

LD 8. de lln kunnen de tolerantie situeren binnen de montage.

1.19 de gereedschappen, meettoestellen, machines nodig voor de werkzaamheden kiezen, veilige en correcte bedienen en onderhouden.

LD 9. de lln kunnen de nodige gereedschappen situeren binnen een praktische opdracht

LD 10. de lln kunnen de gereedschappen vakkundig gebruiken.

1.20 de nodige grondstoffen en het materieel bepalen om de geplande werkzaamheden uit te voeren.

LD 11. de lln kunnen materialen kiezen in functie van de opdracht.

LD 12. de lln onderscheiden verschillende grondstoffen van elkaar.

2.2 de persoonlijke beschermingsmiddelen gepast gebruiken.

LD 13. de lln herkennen de nodige PBM's om een opdracht uit te voeren.

LD 14. de lln kunnen PBM's vakkundig gebruiken.

2.3 met orde en netheid werken.

LD 15. de lln organiseren een propere werkomgeving.

LD 16. de lln kunnen op een nette manier werken uitvoeren.

3.5 een meet- en/of controleopstelling maken om onderdelen nauwkeurig en efficiënt op te meten met het passende meetgereedschap.

LD 17. de lln herkennen meetgereedschappen en kunnen hun toepassing met eigen woorden uitleggen.

LD 18. de lln kunnen een meetopstelling situeren binnen een praktische opdracht.

3.7 de meetwaarden vergelijken met de opgegeven technische informatie.

LD 19. de lln kunnen een technisch dossier lezen en technische informatie begrijpen

LD 20. de lln kunnen technische informatie situeren binnen een opdracht.

4.9 de montage en demontagetechnieken kiezen en oordeelkundig en veilig toepassen.

LD 21. de lln kunnen in functie van de toepassing de gepaste montagetechniek kiezen.

LD 22. de lln kunnen zelfstandig oordelen welke techniek beste aansluit binnen de uit te voeren opdracht.

4.10 het gepaste gereedschap kiezen en vakkundig gebruiken

LD 23. de lln kennen het doel van gereedschap en kunnen dit met eigen woorden uitleggen.

LD. 24 de lln kunnen gereedschappen vakkundig gebruiken en de werkwijze toelichten.

4.16 een machine element en groepen van onderdelen van een machine demonteren en monteren volgens opgegeven voorschriften.

LD 25. de lln kunnen onderdelen en hun onderling verbad verklaren in eigen woorden.

LD 26. de lln kunne onderdelen demonteren en hun doel binnen de onderdelengroep met eigen woorden toelichten

4.19 lagers controleren op hun goede werking, smeren en vakkundig vervangen met aangepaste gereedschappen: • glijlagers • wentellagers • lagerbussen • lagerhuizen

LD 27.

LD 28.

5.21 de gepaste oliën en vetten kiezen in functie van de bedrijfsomstandigheden.

LD 29. de lln kunnen de eigenschappen van oliën herkennen vanuit de aangebrachte etikettering en hun eigenschappen verklaren.

Ld 30. de lln kunnen de soorten vetten onderscheiden en de toepassing toelichten in eigen woorden.


Inzetten op volgende attitudes is de gewenste vorm van aanpak:


Vakgebonden attitudes Gewenst gedrag
Kwaliteitsbewust: weten aan welke kwaliteitsvoorschriften dienen te voldoen, zich inspannen om tijdens de uitvoering van het werk aan de vereisten te voldoen, alsook in staat zijn het eigen werk in het licht hiervan te evalueren.
Nauwkeurigheid: zorgvuldig kunnen handelen volgens een gedetailleerd stappenplan.
Flexibiliteit: zich aanpassen aan de omstandigheden en werksituatie om informatie op te zoeken en probleemoplossend te handelen.
Verantwoordelijkheidszin: zich ervan bewust zijn dat ordelijk en nauwkeurig werken de veiligheid voor zichzelf en de anderen verhoogt.
Zin voor samenwerking: bereid zijn om samen te werken om tot een optimaal resultaat te komen; samenhorigheid en collegialiteit hoog in het vaandel dragen.
Leergierigheid: bereid zijn en in staat zijn nieuwe toepassingen binnen het vakgebied op te volgen en te streven naar een voortdurende competentieopbouw over gans de loopbaan heen.
Welzijnsbewust: actief en proactief gericht zijn op veiligheid, gezondheid en hygiëne.
Milieubewust: zich bewust zijn van de impact van eigen handelingen op het milieu.
Handig zijn: in staat zijn op een vlugge en behendige manier met grondstoffen en materieel te werken
Economisch ingesteld zijn: optimaal gebruik kunnen maken van tijd, grondstoffen en materieel bij het uitvoeren van het werk.